Zorgprogramma

Voor wie?

Voor patiënten met de diagnose hartfalen (decompensatie cordis). Hartfalen kan voorkomen bij mensen die al eerder hartproblemen hebben gehad zoals een hartinfarct of hartritmestoornis.

Door wie?

Samenwerking tussen huisarts, apotheker en praktijkondersteuner.

Wat houdt het zorgprogramma in?

Patiënten met hartfalen kunnen benauwd raken door vochtophoping in de longen, waardoor soms een ziekenhuisopname noodzakelijk is. Dit proberen we te voorkomen door de klachten in een vroeg stadium te herkennen en hierop te anticiperen door bijvoorbeeld de medicatie aan te passen.

Gestructureerde begeleiding
Patiënten met de diagnose hartfalen krijgen gestructureerde begeleiding. Dit betekent dat we de patiënten elke 3 maanden zien om te controleren of er een toename van klachten of andere verschijnselen zijn. Omdat de meeste hartfalen-patiënten ook een andere aandoening hebben, zoals hoge bloeddruk of diabetes en al elke 3 maanden bij de praktijkondersteuner komen, worden de controles individueel aangepast, om te voorkomen dat onderzoeken dubbel worden gedaan.

Standaardcontrole
Elke 3 maanden is er een standaardcontrole, waarbij we vragen naar eventuele problemen, en we meten de bloeddruk en het gewicht. Elke 6 maanden wordt het bloed gecontroleerd. En elk jaar is er een jaarcontrole, waarbij we ook een vragenformulier laten invullen en de belangrijkste klachten worden uitgevraagd. Met deze vragenlijst proberen we inzicht te krijgen hoeveel invloed de ziekte heeft op het dagelijkse leven.

We hopen door deze intensieve begeleiding mensen langere tijd stabiel te houden en daarmee een hogere kwaliteit van leven te bereiken.